“I have never
especially desired to go to America or Australia, but Africa – I cannot say why
– has always attracted me. […] I have now been to that unknown region and I
shall return to it again, perhaps out of instinct, like a fly drawn to the
flame. “
Een schatrijke dame uit Den Haag, midden 19de
eeuw – de tijd van Stanley en Livingstone – ze wil niet trouwen en krijgt het
benauwd van de regels en etiquette waar ze zich als dame van stand aan moet
houden in Nederland. Daarom gebruikt ze haar geld om samen met haar moeder
zoveel van de wereld te zien als maar mogelijk is.
Dit zou de basis kunnen zijn voor een prachtig verhaal in
spannend kinderboek, roman of zelfs een
film, ware het niet dat deze dame echt bestaan heeft. Alexandrine Tinne (1835 –
1868) gooit alle normen en waarden van haar tijd in de wind en doet wat haar
hart haar ingeeft, reizen. Als jong meisje al reisde ze veel met haar ouders
door Europa, dus ze kreeg het met de paplepel ingegoten. Een groot voordeel was
dat haar familie, die zelfs in de koninklijke kringen verkeerde, geld als water
had, dus ze kon het avontuur ook najagen. Ze maakt vele reizen, bijna altijd
vergezeld door haar moeder Henriette, door Europa, maar later ook naar het
midden oosten en uiteindelijk haar grote liefde, Afrika. Ze maakt reizen naar
Egypte, Sudan, de bovenloop van de Nijl en de Sahara. In de Sahara, bij de
Toearegs, vindt ze uiteindelijk op
gewelddadige manier haar dood.
Ze werd in haar eigen tijd al een heldin genoemd, ze groeide
van ‘enfant terrible’ naar heldin, en er zijn vele boeken over haar geschreven.
Dit boek gaat over de reis die ze maakt over de Nijl, eerst tot Khartoem en
daarna verder op zoek naar de bron van de Nijl. Het is een soort kort maar
krachtig geschiedenisboekje dat leest als een roman met veel afbeeldingen.
Bijna een middelbare school geschiedenisboek. Alexine schreef zelf niet over
haar reizen, alleen brieven naar haar nichtje en hartsvriendin Smous en haar
halfbroer John, maar haar reisgenoten, waaronder haar moeder en tante, schreven
wel. Daardoor weten we zoveel over deze reizen en vooral ook over het karakter
van deze eigenzinnige dame. We lezen over de gedrevenheid en koppigheid waarmee
ze de reis voorbereidt en doorzet ondanks alle tegenslag. We lezen over de
gekte van haar bagage die allemaal mee moest: “ Op haar expeditie naar Sudan
neemt ze maar liefst 32 kisten Nederlandse meubels mee. […] Zelfs haar
loodzware smeedijzeren bed. Henriette neemt haar bureau mee, zodat ze rustig
brieven kan schrijven. Om hun tenten gezellig te maken, zijn er vloerkleden en
schilderijen ingepakt.” Fotoapparatuur, schilderspullen en eten voor een jaar
gaat mee, maar ook soldaten voor de veiligheid. Ze nemen ook 800 pond aan geld
mee (geen geldautomaten in die tijd..) en daar alleen al hebben ze 10
dromedarissen voor nodig. Haar paard, een ezel en haar honden gaan ook mee. Al
met al een gigantische karavaan die over de Nijl in drie boten vervoerd moest
worden. Ze huurt uiteindelijk zelfs de enige stoomboot in de Sudan (voor een
astronomisch bedrag!) om verder te komen. Een dame die weet wat ze wil dus.
Gedicht van Henriette aan Alexine |
Nadat ik dit boek gelezen had, ben ik naar een
tentoonstelling geweest in het Haags Historisch Museum, over Alexine haar excentrieke
en avontuurlijk leven. Ik zou heel graag nog veel meer over haar weten, dus ik
zou iedereen aanraden dit boekje te lezen en als het bevalt, vooral een meer
gedetailleerd boek over haar leven te pakken krijgen. Ze heeft zelf ook veel
geschilderd en ze was een van de eerste vrouwelijke fotografen, dus er valt nog
veel meer over haar te ontdekken.
Aan het einde van dit boek wordt kort het einde van haar
leven beschreven. Het doet voorkomen dat ze per ongeluk in een zwaardgevecht terechtkomt
tussen Arabieren en de Toearegs en door een schot om het leven komt: “…een pistoolschot klinkt over de
woestijnvlakte. Alexine valt. Enkele van haar bedienden overleven het gevecht
en vertellen eenmaal terug in Tripoli over de dood van hun leider. Het lichaam
van Alexandrine Tinne wordt nooit gevonden. Ze wordt 33 jaar oud.” Op de tentoonstelling
wordt een iets andere versie van haar dood beschreven - dat het een geplande
moordaanslag was met zwaarden - en er wordt zelfs verteld over latere roddels
dat Alexine niet gestorven zou zijn en dat een journalist haar kinderen zou
hebben gesproken. Allemaal stof voor fantastische verhalen!
Wat mij het meeste raakte en waar ik haar echt om bewonder,
is haar kijk op het leven en de dood. Dit is wat ze daarover schrijft aan haar
broer John:
“ Als er iets
met me zou gebeuren, tijdens mijn reizen, als ik vermoord zou worden, wat
redelijkerwijs mogelijk is, zou men kunnen zeggen, “ze verdiende het, dat komt
er nou van met al dat gereis, arme Alexine, wat een manier om dood te gaan
etc.”, maar jullie moeten dat niet doen, en jullie zullen niet om me treuren.
Ik heb nooit het geluk van het ouder worden begrepen. Ik heb het altijd maar
triest gevonden – zelfs onder de gelukkigste omstandigheden en ik vind de
gedachte om gelukkig en moedig dood te gaan, door een mes of een geweerschot,
niet vreselijk, in plaats van me voort te slepen door een saai leven, zoals ik
velen heb zien doen. Misschien is het schokkend om zo te denken. Als je vandaag
of morgen hoort dat ik naar een andere wereld ben gezonden, denk dan niet dat
ik mijn laatste momenten in bitterheid beleefde. Over het geheel genomen ben ik
over mijn leven tevreden geweest – Ik heb goed geleefd (ik hoop dat je dit niet
uitlegt als dat ik er schaamteloos op los heb geleefd). Ik heb plezier gehad.
Ik heb geen haast om dood te gaan – maar als het gebeurt, goed – een kort, maar
wel gelukkig leven!”
Alexandrine aan John, 23 mei 1868.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten