dinsdag 17 maart 2020

                         Wieke in Zambia

Dit is het verhaal van Wieke Biesheuvel over de zes jaar dat zij met haar man, na hun pensionering,
in Zambia gaat wonen. Rob, haar man, gaat chirurgisch werk doen en Wieke gaat schrijven voor de Libelle over het leven daar. Dat schrijven is al snel niet genoeg meer en ze start allerlei projecten op samen met lokale mensen om het leven van de allerarmsten om haar heen te verbeteren.

Heel eerlijk, ik vind niet dat ze heel goed schrijft, maar de verhalen zijn zo leuk en vooral zo menselijk en herkenbaar, dat dat niet uitmaakt. Ze zegt terecht dat ze zich af en toe als een wandelende portemonnee voelt, maar de filosofie van haar vader is overtuigend: Je doet wat je kunt voor de dingen die op je pad komen en de rest doet iemand anders maar. Het zijn hele intieme, dierbare verhalen met een lach en een traan waarbij je aan het einde van het boek het gevoel hebt dat je iedereen persoonlijk hebt leren kennen. Geen hoogdravende 'kijk mij nou eens goed doen' verhalen, maar juist de kleine, bescheiden acties die zoveel verschil maken van gezin tot gezin. Daarbij niet vergetend dat de lokale mensen de plannen maken, de spullen leveren en het daadwerkelijke werk doen. Wieke zorgt alleen, samen met haar gulle Nederlandse lezers, voor de financiën. En af en toe een lift met Alfie...  

Als je zelf in Afrika - Zuidoost Afrika - hebt gewoond zoals wij is het een feest van herkenning. Als je nog nooit in Afrika bent geweest, zul je er in ieder geval een klein beetje meer van begrijpen. Wieke omschrijft het namelijk niet alleen precies zoals het is, ze gooit af en toe ook nog wat vooroordelen en misvattingen over Afrika en Zambianen ('Afrikanen'), maar ook over de veelal naïeve mzungu (blanke) tegen het licht. Zodra je als leek het gevoel van "nou ja!" krijgt, vertelt Wieke iets waardoor dat omzwaait naar "oh ja, natuurlijk...". 

Ze schrijft heel gemakkelijk met een goede dosis zelfspot en ironie. Een vriend van ons die in Kenia woont zei ooit dat als hij bitter zou worden van het troosteloze en uitzichtloze bestaan van zoveel armoede en corruptie, dat het tijd zou zijn om naar Nederland terug te gaan. Gelukkig wordt Wieke niet bitter, ze blijft het goede in de mensen om haar heen zien en dat is knap. Zo hou je het ook vol en zo behoud je je liefde voor dit prachtige continent met haar mooie mensen.